top of page

Opiniestuk 2024 - naar een 2.0 in burn-out beleid

Oproep tot het uittekenen van de rode draad in ons mentaal welzijn.
Als we ons bij een burn-out blijven blindstaren op het werk als probleem, blijven we ter plaatse trappelen. De ware oorzaak is een ontregeld brein.
Tijd voor een 2.0 in burn-out beleid.

Burn-out is niet louter een werkgerelateerd probleem, behandel het dan ook niet zo.

Na 10 werkervaring wereldwijd, startte ik in 2018 mijn eigen consult op in de regio Gent. Als
cognitieve neuropsycholoog, wou ik me specialiseren in individuele begeleiding en coaching
bij mentale en cognitieve problematieken. Snel vulde mijn praktijk zich via huisartsen met
patiënten met burn-out.


GRONDSTELLING 1: Burn-out is géén werkgerelateerd probleem. We zitten te
veel vast in een idee-fixe en dreigen daardoor de bal compleet mis te slaan: we
máken er een werkgerelateerd probleem van!
Burn-out komt voor in de DSM5, de globale diagnostische encyclopedie voor mentale
problematiek, onder de categorie "Aanpassingsstoornis". Samen met overbelasting; is
Burn-out deel van een Aanpassingsstoornis.
Burn-out wordt er omschreven met de symptomen zoals we ze kennen, “ontstaan als reactie
op een stressor, en de intensiteit van symptomen is niet in lijn met de ernst van de stressor.”
Nergens komt in de beschrijving de term” job of werk” voor. De stressoren worden er
omschreven als factoren of gebeurtenissen in de omgeving van de persoon.
De vraag stelt zich dan ook hoe het komt dat in België het begrip burn-out verengd werd tot
een probleem dat louter werkgerelateerd is: de betrokkene is een workaholic, iemand die te
veel opgaat in zijn werk, of zijn werk niet aan kan, of die uit zijn werk geen energie meer
haalt. Een tunnelvisie die zowel bij dokters als psychiaters, psychologen en zelfs burn-out
coaches gemeengoed dreigt te worden en daartoe leidt dat burn-out vaak exclusief aan
werk gerelateerde problemen wordt gelinkt en vanuit die optiek dan ook wordt behandeld.

Burn-out is een grondprobleem van ons mentaal welzijn over de volledige
demografische lijn.

Na 6 jaar toekijken hoe de medische wereld zonder merkbaar significante verbetering de
problematische mentale toestand in onze maatschappij aanpakt, wil ik dan ook een oproep
doen om met zijn allen uit onze de tunnelvisie te komen.
uitspreekt.
Te veel benaderen we als expert de burn-outproblematiek vanuit onze eigen visie, te weinig
durven we breder te kijken en de problematiek gezamenlijk te benaderen. Is het niet de
hoogste tijd dat we over alle benaderingen heen de rode draad zoeken, zowel qua
problematiek als qua oplossing?

Dreigt bij een geïsoleerde aanpak het probleem niet alleen omvangrijker, maar ook
complexer te worden. Kan samenwerking over disciplines heen hier niet een betere
oplossing bieden. De kennis is er, blijkbaar het toenemend inzicht ook.

In de media sijpelen geleidelijk aan berichten binnen en debatten worden georganiseerd.
°We hebben meer comfort dan ooit, en toch zijn er enorm veel mensen die psychisch lijden.
En dat is geen toeval, zegt verslavingsexpert Anna Lembke. “Er is een overvloed aan plezier
prikkels, maar ons brein is daar niet voor gemaakt.” Het Nieuwsblad 2024-07-21). Haar boek
“de dopamine factor” verscheen deze zomer bij uitgeverij Ankhhermes en werd als een
must aangeprezen.
°Steeds meer huisartsen vallen uit, houden ermee op of voeren een patiëntenstop in. ‘Zo
kan het niet verder’, zeggen Sophie Van Steenbergen en Thibault Detremerie. ‘Ons beroep
moet dringend worden hervormd én er moet iets aan ons
imagoprobleem worden gedaan.’(Knack 2022-07-06)
Huisartsen vallen zelf uit door overlast: de mentale problematiek heeft de
huisartsenpraktijk bijna overgenomen.
°Pedagogen schreeuwen om meer zorg: Kinderen in kleuter en lagere school hebben steeds
meer zorg nodig, het buitengewoon onderwijs kan niet mee. Jongens kunnen niet meer
mee, meisjes doen het beter, ...
Neurologen komen op voor het afschaffen van vrij gebruik van smartphones en social
media voor tieners.
°Psychiaters gaan eronder door, de hoeveelheid aanmeldingen van depressies,
angststoornissen, psychoses en verslavingen zijn niet meer bij te houden.
°Merendeel van de leidinggevenden geven aan druk te ervaren, vele werknemers hebben
kans op een burn-out.
°Cardiologen zien steeds meer acute hartproblemen bij jongvolwassenen,
gastro-enterologen zien de intoleranties pieken, reumatologen de vele ontstekingen. In de
pijnkliniek komen chronische pijn en migraines bij jongeren en volwassenen op de
voorgrond. De slaapkliniek doet duizenden onderzoeken waarom de goede slaper zijn
slaap niet meer vindt.
°Programma’s als Kalm Waes, en getuigenissen van bekende Vlamingen over hun
moeilijkheden komen in het interesseveld van velen, de media spelen er graag op in,
terecht.
°Filosoof Ignaas Devisch schrijft over de overvloed aan prikkels en hoe we vandaag de dag
“info obees” zijn geworden. “We moeten op informatiedieet.” (Het Nieuwsblad 2024-10-12)
°”Smartschool, de app voor schoolgaande kinderen , gaat met de gegevens van onze
kinderen aan de haal en niemand doet er wat aan. “ een kritische aanval op de overload en
onafhankelijkheid van informatie waar deze app een gezin mee kan overspoelen. (De
Standaard 2024-10-22 door Joeri Casteleyn)

De mentale en (steeds meer ook de) medische toestand van vele van onze kinderen,
tieners, adolescenten, volwassenen, en ouderen is niet goed. Laten we ons niet meer
blindstaren op elke groep op zich, maar laten we nagaan wat gemeenschappelijk is voor alle
groepen samen. Allen leven we immers in dezelfde maatschappij, en zijn dus minstens
gedeeltelijk aan dezelfde invloeden onderworpen. Allen hebben we daarenboven slechts
één brein dat één lichaam aanstuurt en dat is voor allen in essentie identiek is, en slechts in
bepaalde facetten, o.a. bv. eigen aan de leeftijd verschillend van elkaar.)

GRONDSTELLING 2
In de voorbije 20 jaar is door de digitalisering en de welvaart ons dagelijks leven
totaal veranderd: Via allerlei kanalen wordt de mens veelvuldig geprikkeld:
informatiestromen allerhande, een overload aan auditieve, visuele ... prikkels, aan
keuzes en opportuniteiten.
Is het realistisch te denken dat ons brein even snel geëvolueerd is om deze
prikkelverwerking adaptief te handhaven?

Neurologen, neuropsychiaters gaan er elk vanuit hun eigen expertise met elkaar over in
gesprek. Vele onderzoeken zijn gepubliceerd of lopende, maar de link met de dagelijkse
praktijk van problematieken allerhande, wordt nog te weinig gemaakt.
Ons brein is ontregeld. De normale” brein-engineering” lukt niet meer, en dat brengt ons
tot de oorzaak van talrijke problematieken van het heden: De neurotransmitters ( de
stoffen in ons brein verantwoordelijk voor het opnemen, filteren en doorsturen van prikkels
op neurologische banen naar de hersencentra) worden overactief en ontregeld, waardoor
ze kunnen overgaan in een “verhoogde waakzaamheid”.
Dit betekent dat er niet alleen te veel prikkels zijn, maar dat het brein ook zelf op scherp gaat
staan, om die prikkels nog sneller, intenser en gretiger binnen te halen en door te sturen.
Het gevolg is een overactieve, ongebalanceerde hypothalamus (ons actiecentrum dat onze
handelingen én gedachten, maar ook onze volledige fysiologie aanstuurt.)
De verhoogde waakzaamheid en activiteit van de neurotransmitters zorgen ervoor dat het
brein in de neurologische banen een short cut neemt: prikkels worden onmiddellijk naar de
hypothalamus, het actiecentrum, doorgestuurd. Een prikkel- actie-reflex wordt gecreëerd:
We zien een probleem, we pakken het aan; er loopt iets fout, we lossen het op; er komt een
signaal op de smartphone, we controleren de boodschap; er komt een melding op de pc, we
openen het bericht... Er is een impuls, en het actiecentrum reageert, een zeer efficiënte en
snelle verwerking van prikkels.
Probleem is echter dat in deze prikkel-actie-cyclus, waarbij de prikkels via de
neurotransmitters rechtstreeks naar de hypothalamus worden doorgestuurd, voorbij wordt
gegaan aan wat essentieel is: de regulerende functie van de amygdala, het centrum dat voor
onze ik-beleving en innerlijke energie staat, in dit proces. De amygdala reguleert onze
emotie- en persoons beleving. Zonder tussenkomst van de amygdala functioneren we als
een automatische piloot, die handelt om te handelen, doet om te doen; Er ontstaat m.a.w.
geen connectie tussen het handelen en het individu, wat uiteindelijk leidt tot deregulatie: de
actie leidt niet tot voldoening; er is geen individueel beleven noch een nuts- of
purpose-beleving. Ik ben de hele tijd bezig; maar ik beleef er geen plezier aan, of het brengt
me niets op en doet de vraag rijzen, waar ik eigenlijk mee bezig ben en waarom.

Laat me de werking van onze neurologische processen hieromtrent meer toelichten:
De snelheid en de shortcut op de actie baan, waarbij de amygdala buitenspel gezet wordt,
kunnen leiden tot interne gejaagdheid, angstige gedachten en afgevlakte gevoelsbeleving.

Het bijkomende effect is dat de hypothalamus overgestimuleerd raakt, met als gevolg dat
ook het parasympathische zenuwstelsel te kort schiet. Zowel het parasympathische als het
sympathische zenuwstelsel worden immers door de hypothalamus gecontroleerd.
Dit alles vertaalt zich in een slecht werkende Nervus Vagus, de “hersen-darm as” die
verantwoordelijk is voor ontspanning en herstel in het lichaam. Ook gekend als de “rest en
digest” reactie, waarbij het sympathische zenuwstelsel de “fight or flight” reactie voorstelt.
Heel wat zorgverleners kennen al het probleem van de Nervus Vagus, maar beseffen nog te
weinig dat het probleem van de Nervus Vagus maar een gevolg is van een onderliggend
probleem. Het stimuleren van de Nervus Vagus, o.a. door te wandelen, yoga te beoefenen, te
mediteren, te neuriën of aan kou bloot te stellen... is dan ook slechts een stap in het
herstelproces van mentale overbelasting en burn-out dit is maar een gevolg van het
onderliggende probleem, dus de Nervus Vagus stimuleren ( door oa te wandelen, yoga,
meditatie, neuriën of aan kou blootstellen) is slechts een gedeelte van herstellen van
mentale overbelasting en burn-out.

 


Overactieve neurotransmitters als oorzaak van mentale en medische
problemen. Uitgelicht.

1 BURN-OUT. Het eerste grote falen in onze burn-out aanpak is de totale misvatting en het
zich blindstaren op het werk als oorzaak en speelveld van het probleem. Iedereen, op welke
leeftijd dan ook, kan een burn-out krijgen. Ook kinderen en tieners.
De tweede misinterpretatie is dat uitputting niet enkel ontstaat door te veel te doen, maar
ook door te veel te denken. Daarboven is het niet enkel de hoeveelheid die impact heeft,
maar de manier van is doorslaggevend.
Burn-out ontstaat niet op het werk, maar uít zich vooral in de werkcontext. Dat is niet zo
verwonderlijk. Het merendeel van de tijd brengen wij daar immers door en ook daar wordt
het al of niet optimaal functioneren van het brein het snelst zichtbaar.
Het is dan ook vaak een situatie op het werk die als trigger werkt en die het gevoel
‘opgebrand’ te raken, dat eigenlijk al latent aanwezig is, tot een hoogtepunt brengt. Het
blijkt immers dat wie kampt met het gevoel mentaal opgebrand te raken, ook overlast in
het brein heeft in de vele andere rollen des levens. Het werk is niets meer dan een
katalysator.

Naar een 2.0 in burn-out herstel en re-ïntegratie.
● Laat ons de terminologie omdraaien naar Mentale Opbranding.
Het eenzijdig focussen op burn-out als een werkgerelateerd probleem, leidt ertoe dat
de echte dieperliggende oorzaken van de ‘mentale opbranding’ eigenlijk niet worden
herkend. Indirect leidt dit uiteindelijk vaak tot angst om terug te keren naar de
werkcontext, want die is meestal niet veranderd, terwijl dit totaal irrelevant is voor het
herstel van een burn-out en een goede energie-regulatie. De eigenlijke oorzaak is
immers elders te zoeken.
● Laat ons de behandeling van burn-out meer formaliseren .
Te vaak nog is de kennis over burn-out bij de verschillende zorgverleners –huisartsen,
psychologen, psychiaters, orthopedagogen, therapeuten, enz ... te miniem of te
eenzijdig, met als gevolg dat ze niet altijd een even degelijk uitgewerkt stappenplan
hebben.

De misvatting dat een burn-out vooral een werkgerelateerd probleem is of zou zijn,
maakt dat heel wat zorgverleners soms een weinig efficiënte aanpak voorstellen. Met
enkel gerichte ademhalingsoefeningen, leren voor jezelf op te komen, of op je
grenzen staan bijvoorbeeld heb je – hoe waardevol die binnen een holistische aanpak
ook kunnen zijn -nog geen efficiënt stappenplan dat genoeg naar de oorzaak gaat.
Gebruik van een template: Heel anders ligt het wanneer de betrokkenen aan de hand
van een template een bepaald stappenplan volgen om zo meer inzicht te krijgen in
neurologische reflexen, in de verschillende contexten van hun leven, in hun manier
van denken en handelen. Op die manier fixeert de betrokkene zich niet alleen op de
werkcontext, op bepaalde mensen of taken, maar leert zicht te krijgen op het bredere
kader van zijn functioneren. Dat creëert dan kansen tot een veranderingsproces bij de
betrokkene, waaruit hij sterker kan worden, ook al is dit niet gemakkelijk en evident.

Laat ons de voorzichtigheids-epidemie stoppen, ze maakt ons zwakker.
Heel wat zorgverleners, maar ook bedrijfsartsen en controleartsen geven
“voorzichtigheid” als advies: Dat men niet te snel mag herstarten, dat men moet
oppassen niet te hervallen, dat men zichzelf niet mag voorbijlopen, of dat men moet
oppassen dat men niet over zijn grenzen gaat. Het zijn allemaal goedbedoelde
adviezen, maar soms werken ze contraproductief en kloppen ze gewoon niet.
De raad om het ziekteverlof te verlengen is meestal zeer zinvol de eerste 3 à 4 weken
na het uitvallen omdat de betrokkene dan nog met een brein versnelling kampt en
afremmen dan deel van het inzicht is. Na drie maanden is dat evenwel niet meer het
geval. 3 maanden is een heel realistische tijd om een neurologische baan die is
opgebrand, in het brein te laten herstellen. Daarna kan progressief met het werk
herstart worden om de aangeleerde nieuwe reflexen toe te passen. Na 6 maanden
kan de betrokkene dan vaak weer in het regime van voorheen aan de slag. Dat het
herstellen van een burn-out gemiddeld minstens 8 à 10 maand duurt, is een foute
aanname. Elke persoon is immers anders, de contexten zijn anders en leeftijd speelt
daarenboven een bepalende rol. (omdat patronen al veel langer ingebed zijn bv.)
Belangrijk is echter dat de betrokkene vanaf het begin meekrijgt dat hij geen
uitzondering is, maar dat het gevoel van mentaal opgebrand te raken of te zijn
universeel is en iedereen kan overkomen, dat werk daarbij wel een factor speelt, maar
niet aan de oorsprong van het probleem ligt en dat het wegblijven uit de
werkomgeving minstens tijdelijk een zeer belangrijke stap is om het brein te laten
herstellen, en andere manieren van denken, voelen en handelen te leren ontwikkelen.

● Laat die gefaciliteerde angst voor re-ïntegratie, ze boycot alle herstel.
Al te vaak leidt de eenzijdige fixatie op de werkcontext en het al te nadrukkelijk
beklemtonen van het belang weg te blijven uit de werkcontext om tot rust te komen,
tot een gefaciliteerde angst om terug te starten. De fixatie dat je er “terug moet staan”
om te herstarten zorgt voor paniekaanvallen, angst en twijfel.
Het is daarom belangrijk om vanaf het begin alles in zijn juiste context te plaatsen en
mee te geven dat het gevoel mentaal opgebrand te zijn of te raken, niet alleen met de
werkomgeving samenhangt maar op een dieper niveau moet aangepakt worden.
Daarom dat de betrokkene de verschillende prikkels moet leren herkennen, leren zien
hoe hij daarop reageert en welke reflexen dat teweegbrengt en hoe hij daar op een
andere manier kan leren mee om te gaan en dat het ontdekken van deze nieuwe
patronen deel uitmaakt van de eerste fase van het herstel. Patronen die dan in een
verder stadium ook in de werkomgeving kunnen worden toegepast.

Door in een verdere herstelfase de nieuwe patronen op progressieve basis in de
werkcontext te implementeren geef je de persoon handvatten en sterk je hem als
persoon aan, met als positief gevolg dat er van overmatige angst geen sprake meer is,
wel eventueel van een gezonde nervositeit.
● Laat ons zelfzorg niet overgaan in “zijn goesting doen” en gepermitteerd egoïsme
Tijdens vele therapieën krijgen de mensen de bevestiging dat de job, de manager, de
workload , de anderen het probleem zijn en dat ze dus op hun strepen moeten staan,
of enkel moeten doen wat ze graag doen of wat hen energie geeft. Eigenlijk gaat het
daar niet over. Niet over ‘niet meer’ doen, maar over anders doen, over op een
energievolle manier beleven wat je doet.
Gedaan dus met alleen maar je goesting te willen doen of egoïsme te faciliteren, maar
bewust kiezen om krachtig in jezelf staan, los van de context rondom jou.

● Laat ons niet nog meer twijfel zaaien: zelfs goedbedoelde loopbaancoaching kan
nog meer ontregelend werken.
Niet zelden raden zorgverleners de betrokkenen aan van werk te veranderen. Het lijkt hen een
goede insteek om concreet aan de slag te gaan. Dat dit eigenlijk het overbelaste brein nog
extra belast, vergeet men soms. Wie ben ik, waarvoor sta ik, was ik niet goed genoeg, welke
job past dan wel bij mij, kan ik dit wel aan, zal ik niet dezelfde fout maken... Niet zelden zorgt
deze overfocus op job en werk voor nog meer twijfel en onzekerheid, zeker voor iemand in het
begin van een burn-out.
Een overbelast brein heeft hier geen deugd van, en loopt daarboven het gevaar om in
doorschietende gedachten te gaan.
Door enkel van werk te veranderen los je niet veel op, de oorzaak van het zich opgebrand
voelen ligt niet bij de job of de uitvoering van je functie, maar is een gevolg van een groter
neurologisch proces. Soms is de werkomgeving inderdaad een meespelende factor, bij toxisch
leiderschap bijvoorbeeld, of bij een te operationele job, waar een denker zichzelf in vastrijdt.
Daar kom je als persoon echter enkel achter door inzicht te krijgen in je eigen manier van
denken en doen, losgekoppeld van de job.
Eens je die inzichten hebt, kan je ze nadien naar de job op zich terugkoppelen.

● Laat ons Neurodiversiteit niet minimaliseren, op zich een overbelastend brein.
Het is een feit dat onderliggende neurobiologische stoornissen, zoals ADHD, ADD,
ASS, HSP voor een andere werking van neurotransmitters zorgen. Het zijn geen labels,
het zijn kaders die ons helpen de manier van denken, voelen en handelen begrijpen.
Een neurodivers brein is overmatig actief en produceert meer breinprocessen. Dit
zorgt op zich voor een andere brein-engineering. Elk brein, maar neurodiverse
breinen nog meer, zien daadwerkelijk af van het overmatige prikkel-aanbod in onze
dagelijkse context. Door zijn neurobiologisch karakter heeft een neurodivers brein
meer tendens tot twijfelgedachten, drangmatig handelen, overmatig overdenken,
angst en existentiële waardeconflicten.
Heel wat volwassenen met een (gemiddeld) hoog IQ beseffen in hun kinder- en
tienertijd niet dat ze een neurodivers brein hebben. Dit gebrek aan inzicht kan ertoe
leiden dat ze hun brein ongewild blijven overbelasten en, in periodes, zo tot een
toestand komen van mentale opbranding.
● Laat ons “druk” correct bekijken: eigenlijk drang en dwang. Je wordt gekidnapt
uit het moment.

“Ik voel me continu onder druk, het is nooit genoeg.

Spontaan kijken velen daarbij in de richting van de leidinggevende; van het
werkkader; van de organisatie; van de sector. Nochtans komt die druk zelden van
buitenaf. Het is vooral de betrokkene zelf die zich die druk op legt. Het is een innerlijk
aanvoelen, en soms heel onterecht.
De voorbije jaren werd er in vele werkomgevingen extreem ingezet op een gezonde
work-life balance. Leidinggevende tonen niet alleen meer begrip, niet zelden geven ze
ook zelf het voorbeeld: prioriteiten worden gesteld, takenpakketten ontlast, soms
worden mailservers zo geprogrammeerd dat het zenden van mails tussen 20h en 8h
geblokkeerd wordt.
Het goede voorbeeld zien en verwachtingen kanaliseren is echter niet genoeg voor
een brein met een verhoogde waakzaamheid. De drang is te groot en prikkels kunnen
niet meer geparkeerd worden. Het feit dat het brein je direct meeneemt om toch te
lezen, te weten, iets op te zoeken of iets aan te passen leidt tot afleidend gedrag.
Je wordt gekidnapt uit het moment, waardoor handelen en als persoon beleven,
opnieuw van elkaar worden losgekoppeld. Daardoor komen het beleven van
voldoening en het halen van innerlijke energie in het gedrang.
Ook het steeds zelf problemen willen oplossen -want dan is het goed gedaan- leidt tot
negatieve ervaringen. Je verstoort de eigen planning en de eigen taken, waardoor je
met je eigen werk in het nauw gedreven raakt. Dat resulteert op zijn beurt dan in een
toenemend opgejaagd gevoel.

● Laat ons inzicht nemen dat we ons brein niet enkel belasten door wat we doen,
maar ook door wat en hoe we denken.

“Ik kom nooit tot rust, ik ben continu bezig; en het brengt niet op”.
Mensen zijn vaak zo resultaatgericht, dat ze vaak enkel kijken naar wat ze allemaal
doen en hoe ze zich daarbij voelen. in de brein-engineering gaat echter ongelofelijk
veel energie, ook negatieve, naar de bijhorende gedachtestroom. Een dag kan dus
uitputtend zijn niet alleen door wat we doen, maar vooral ook door de manier van hoe
we denken, of gedacht hebben. Deze gedachten kunnen een afleidend proces zijn
die het bewustzijn en het gevoel bij wat we hebben gedaan op de achtergrond laten,
waardoor we geen innerlijke energie aanmaken.
Net zoals actieprocessen door overactieve neurotransmitters in een reflex schieten,
gebeurt dit ook bij gedachten, waardoor een spiraal-reactie tot stand komt, en
gedachten exponentieel groter en verder van het startpunt kunnen uitkomen en
blijven hangen.
Uitputting is dan ook vaak het resultaat van het “op automatisch piloot” handelen, van
afleiding en van vastlopen in frustrerende gedachtegangen.


2. UITING IN DE KINDER & TIENER CONTEXT.
De neurologische processen die we bij een mentale opbranding als burn-out zien, zijn
gelijkaardig aan wat we bij kleine kinderen waarnemen die last hebben met het opslaan en
verwerken van leerprocessen, of bij tieners die negatieve of beladen emoties moeten
verwerken, of bij jongvolwassenen die in de opstart van het volwassen leven het bos door de
bomen niet zien. Vaak echter worden bij de behandeling enkel de leerproblemen, de
depressieve episodes, de angstige gedachten, de dwangmatigheden, verslavingen of
eetstoornissen aangepakt en dit binnen een zeer klinisch kader; teruggrijpend naar de
DSM5, die ondertussen al meer dan 10 jaar geleden gepubliceerd werd. Hoewel dergelijke
diagnoses en de daarbij behorende medicatie soms een meerwaarde bieden, zijn ze vaak

slechts tijdelijke oplossingen omdat ze voorbijgaan aan een groter onderliggend
neurologisch patroon dat het uiteindelijke probleem vormt.

3. UITING IN FYSIOLOGISCHE KLACHTEN
De werking van neurotransmitters zoals Dopamine en Noradrenaline hebben ook een grote
impact op medische processen zoals verhoogde of te lage bloeddruk, hartritmestoornissen,
hartproblemen, gewrichtspijnen; allerhande ontstekingen, immuniteitsziekten,
gastro-enterologische problemen, intoleranties, ademhalingsproblemen, etc. Als we de
neurologische processen niet aanpakken, en ons alleen toespitsen op specifieke problemen
zoals hierboven omschreven, zal een overactieve hypothalamus, ons actiecentrum in het
brein maar ook de aanstuurder van alle fysiologie, onregelmatigheden, die zich dan uiten in
fysiologische klachten, blijven geven.
Oproep tot een 2.0 fase in de burn-out aanpak.
Bij deze doe ik dan ook een uitdrukkelijke oproep om het beleid voor Burn-Out behandeling
en herstel te formaliseren binnen een kader van Mentale Opbranding, zodat alle
leeftijdscategorieën geholpen worden, los van een eventuele werkomgeving of niet, weg van
starre klinische diagnoses.
Bij burn-out dient onmiddellijk gekeken te worden naar de reflexen die de persoon
heeft, op het werk, maar ook in gezins- of familierelaties, in sociale interacties, in het
gebruik van sociale media en gsm,... Uitblijven uit de werkcontext is hierbij één van de
stappen die nodig zijn om het brein te laten rusten en inzicht te krijgen in wat de
overbelastende patronen zijn, in het totaalbeeld van de dagelijkse patronen van de
persoon.
Advies voor herstel bij burn-out is nu vaak “ rusten, wandelen en leuke dingen doen.”
Dit helpt inderdaad om de nervus vagus ( het ontspannings- en herstelcentrum van
het brein) te stimuleren, maar daar mag het niet bij blijven. Ook de patronen die aan
de basis van de overbelasting liggen moeten aangepakt worden. Trouwens, “leuke
dingen doen” is best wel een moeilijke oefening voor iemand met mentale
opbranding.
Een concrete herstellende actie is inzicht proberen te krijgen in je reflexen, om zo je
brein tot rust te brengen. Zo is de oefening om je huis binnen te gaan zonder daarbij
een actiegerichte gedachte te hebben, maar op de eerste plaats aandacht te hebben
voor wat je voelt, een interessante instap.
Als voorbeeld: De chocopot op de keukentafel kan een fijn gevoel oproepen dat je
kinderen nog altijd graag boterhammen met choco eten. Niet dat die pot nog in de
kast geplaatst moet worden. Een plant herinnert misschien aan een leuke
plantenwinkel of aan de vriend die je die plant cadeau gaf. Niet dat ze droog staat en
nog water moet krijgen.
De beleving en de betekenis bij prikkels bewust oproepen remt de reflex naar je
actiecentrum af: de prikkel-actie reflex gericht doorbreken is de eerste stap om de
opgebrande baan te herstellen.
Dit kan gerust bij de huisarts, en verder met een psycholoog of therapeut.

Loopbaancoaching als aanpak bij een burn-out lijkt een pragmatische oefening, maar
brengt eigenlijk zelf wel veel onzekerheden en angsten te weeg. Veranderen van job is

meestal niet alleen een lang proces, een zoektocht vol onzekerheden, maar vaak ook
houden mensen eigenlijk wel van de inhoud van hun job, of van de werkomgeving.
Het is dus tegelijk ook een proces van afscheid nemen, wat extra belastend is.
Loopbaancoaching focust daarenboven op een werkgerelateerd probleem, terwijl wij
hierboven aantoonden dat het bij ‘mentale opbranding’ om een bredere, dieper
liggende problematiek gaat. Anderzijds kan loopbaancoaching wel een meerwaarde
betekenen, bijvoorbeeld omdat je leert bewuster te worden van je sterktes, of de
waardes en de focussen binnen je professionele context. Loopbaancoaching is in die
zin geen middel om er weer bovenop te geraken, maar wel om eenmaal weer in
balans versterkende handgrepen aan te reiken.
Uiteraard is bij pesterijen of toxisch leiderschap jobverandering wel een adequate
oplossing, als de werkomgeving de problemen zelf niet aanpakt. Maar ook dan is het
inzicht verwerven hierin heel belangrijk voor de persoon om zich daar zelf van te
kunnen loskoppelen.

Ziekteverlof kan een noodzakelijke stap zijn in de herstelfase, het blijven verlengen
van dit verlof kan evenwel contraproductief werken. Zonder vaste dagelijkse
structuren en zingeving kan de betrokkene in een sfeer van negatieve gedachten,
twijfels en angsten terechtkomen. De bewuste beleving van de acties en de
bijbehorende energie regulatie komen onder druk. De mentale overbelasting neemt
dan ook niet af, maar toe.
Het uitzichtloze en onduidelijke kader waarin patiënten zo vaak terechtkomen, helpt
het herstel eigenlijk niet.
Beter is daarom te kiezen voor een concrete prognose. Als de patiënt weet dat hij met
een periode van een 3-tal maanden rekening moet houden, waarbij zijn leven een
rollercoaster zal zijn op vlak van energie en gemoed, als hij weet dat in die periode de
energie regulatie zich geleidelijk aan zal stabiliseren en dat hij daarna minstens
progressief terug aan het werk kan, dan krijgt hij een kader waarmee hij weliswaar
moet rekening houden maar dat hem door zijn concreetheid rust en perspectief
biedt.


Slotwoord
Willen we met zijn allen inzetten op een betere wereld, waar iedereen zichzelf kan zijn en
zich goed mag voelen, laat ons dan nu starten met de 2.0 fase in onze burn-out aanpak.
Of je nu een zorge”vol” of zorgeloos kind bent, een adolescent in volle puberteit, een jonge
student, een nieuwe werknemer, een kersverse mama of papa, een veertiger, of een
energieke oudere die zijn pensioen inzet, elke leeftijd, elke sociale rol heeft zijn uitdagingen.
Steeds opnieuw kan onze digitale en maatschappelijke overload voor mentale overbelasting
zorgen.
Uiteraard is preventie daarbij de beste aanpak, en moeten we voluit daarop inzetten, maar
soms kunnen we niet voorbij aan een gegeven realiteit: in alle lagen van de bevolking
kampen mensen met burn-out en mentale overbelasting. Met burn-out 2.0 willen we
samenwerkend over alle domeinen heen een antwoord bieden dat meer is dan
symptoombestrijding. Met onze expliciete aandacht voor de bredere onderliggende
problematieken willen we de mens de kans geven om zijn leven weer helemaal zelf in
handen te nemen.

Burn-out krijg je niet enkel door teveel te doen, maar vooral door hoe en wat je denkt.

bottom of page